“Ik kan goed rekenen en dingen in elkaar steken. Maar toen mama mij op een dag naar de hockeyclub stuurde, veranderde alles. Nu denk ik de hele tijd aan trainingen en wedstrijden. Om fris te zijn voor een match, ga ik de dag ervoor vroeg slapen. Voor een rekentoets krijg je me zo vroeg niet naar boven! Ik heb al geleerd dat je kan winnen en verliezen en dat je er nooit alleen voor staat. Ik weet ondertussen ook dat keepen niets voor mij is. Wachten op een bal is saai! Later word ik hockeyspeler. Als dat niet lukt, word ik bioloog. Over het gedrag van de poolvos en de Aziatische wilde hond vallen nog honderd dingen te ontdekken.”