“Wist je dat een jezushagedis over water kan lopen? En dat een flappertak soms breekt? Een slang wilde me eens opeten, maar hij zat achter glas. Gelukkig maar! Ik leer alles over dieren, ook al kan ik nog niet lezen. Ze zijn allemaal mooi, de grote én de kleintjes. Toen mijn garnaal doodging, heb ik hem een echte begrafenis gegeven. Ik wil dat alle dieren blij zijn en geen pijn hebben. Later ga ik ervoor zorgen dat ze niet uitsterven. En als ik een nieuwe vissoort ontdek, noem ik ze Flappervissen. Die kunnen vliegen én zwemmen.”