“Mijn opa is politieagent. Ik heb zijn pet gekregen. Nu kan ik nóg beter kegels zetten en het verkeer regelen. Het meest houd ik van politiewagens en sirenes. Ik ben goed in STOP zeggen en hard fluiten, en ik deel liever orders uit dan ze te krijgen. Met handboeien oefen ik het liefst op zus, mama en papa. Eerst steek ik ze in de gevangenis, dan doe ik alsof ik slaap, en dan moeten ze ontsnappen. Dat is veel leuker dan naar K3 kijken. Ik vraag vaak aan mijn mama wanneer ik eindelijk politieman mag zijn. Zij zegt dan dat ik het al ben.”