Isaak: “Ik ben 23 keer geopereerd. De dokters kunnen me niet genezen. Ik moet mijn hele leven in een rolstoel blijven. Dat maakte me vroeger triest. Mijn mama probeerde me altijd op te vrolijken. Niets hielp. Tot vorig jaar. We waren op de opendeurdag van school. Iemand zette een kipje op mijn schoot. Dat bleef de hele middag zitten. Ik werd er rustig van. Ik wilde haar houden, maar mama zei dat dat niet kon omdat we in een appartementje wonen. Ik bleef zeuren, dus mama en ik sloten een deal. Betere punten. Ik leerde heel hard en haalde tien procent meer op wiskunde. Lotje kwam bij ons in wonen. Ze is een echte knuffelkip. ’s Avonds ligt ze op mijn buik. Dan strekt ze haar nekje uit en slaat ze haar vleugels open. We slapen ook samen. Haar bedje is een aquarium zonder water. Ze stopt met kakelen als mama het licht uitdoet, ze begint weer te kakelen wanneer ik wakker word. Als ik van school kom, roep ik: Hallo kippie! Dan ga ik kijken of ze een ei heeft gelegd. Acht gram weegt dat! Mijn zus Noortje plaagt me soms. Ik verkoop Lotje en met dat geld ga ik shoppen, zegt ze dan. Als Noortje later trouwt en weg is, maak ik van haar kamer een kippenhok. Honderd kipjes wil ik, en die mogen lopen waar ze willen.”
Previous
Previous