“Ik word boos op kinderen die andere kinderen plagen. ‘Wil je gepest worden? Nee? Stop er dan mee!’ Ze luisteren naar mij. Als iemand iets niet begrijpt in de klas, vraagt de juf of ik het wil uitleggen. In mijn woorden snappen ze het wel. Ik troost ook kinderen die wenen om slechte punten. ‘Heb je je best gedaan? Meer kan je niet doen.’ Sinds de derde kleuterklas weet ik dat ik juf van het tweede leerjaar word. In de vakanties oefen ik op mijn kleine zus. Mama zegt dat ik bazig ben. Dat is omdat ik weet wat ik wil. Later ga ik veel voorlezen in de klas. Dat doe ik nu al elke avond voor mama. Soms urenlang. Ze valt nooit in slaap.”